De dauwdruppel
Een wijze oude vrouw maakte met haar leerlingen een ochtendwandeling. De dauw lag op het landschap.
De zon brak door, de dauwdruppels begonnen te schitteren. Bij een grote dauwdruppel stopte de vrouw. Ze liet de leerlingen in een kring om de druppel staan. Ze vroeg aan allen welke kleur de druppel had.
Rood, zei de eerste
Oranje, zei de tweede,
Geel, zei de derde
Groen, zei de vierde,
Blauw, zei de vijfde
Violet, zei de zesde
Verbaasd keken de leerlingen elkaar aan.
De vrouw stelde voor dat de leerlingen van plaats zouden wisselen. Telkens zagen ze op een andere plaats een andere kleur. Langzaam drong het tot hen door dat iedereen de waarheid sprak.
Daarna vroeg de vrouw of de leerlingen weer op de plaats wilden gaan staan waar ze de eerste keer hadden gestaan.
Omdat de zon nu vanuit een andere hoek op de druppel scheen, zag iedereen nu ook een andere kleur.
De oude wijze vrouw legde uit:
Hoe jullie de werkelijkheid zien hangt af van de tijd en plaats die jullie in het leven innemen. Jullie zagen telkens een deel en namen dat aan als de waarheid. Jullie hebben elkaars waarheden nodig, want samen vormen ze het hele verhaal.
Bron verhaal onbekend