1. Home
  2. Inspiratie
  3. Organisatieopstelling als methodiek

Organisatieopstelling als methodiek

Met een organisatieopstelling is het mogelijk een organisatievraagstuk te onderzoeken. Bijvoorbeeld als het maar niet lukt om de samenwerking tussen afdelingen goed te laten lopen, als het met welke initiatieven ook het niet lukt om de medewerkers te motiveren voor de verandering.

Met een organisatieopstelling is het mogelijk het systeem en de patronen en relaties in het systeem zichtbaar te maken en een ingang te vinden voor de oplossing. Als de oorzaak van de verstoring zichtbaar wordt dan komt de oplossingsrichting vaak als vanzelf in beeld. De opstelling zelf verandert nog niets. Wel laat de opstelling  zien wat een mogelijke oplossingsrichting zou kunnen zijn. Een opstelling fungeert als een manier om anders naar de werkelijkheid te kijken en vormt de eerste aanzet. Vanuit een ander perspectief kijken, kan de vraagsteller op een andere manier in beweging laten komen.

In de ruimte of op tafel

In een organisatie-opstelling kan je werken met representanten. De vraagsteller kiest representanten voor de onderdelen die te maken hebben met de vraag en plaatst deze vervolgens intuïtief in relatie tot elkaar in de ruimte. Teams, teamleden, medewerkers, management, klanten, concepten en thema’s kunnen een plek krijgen in de opstelling. De vraagsteller en begeleider gaan in een aantal stappen aan het werk om de essentie van het vraagstuk in beeld te krijgen en samen te ontdekken wat de gewenste oplossingsrichting is.

Werkend met representanten blijkt het dat zij feilloos aanvoelen hoe het is op die plek en hoe de relaties tot de anderen zijn, ook al weten deze representanten niets van het systeem. Dat blijft altijd weer bijzonder te ervaren. Blijkbaar hebben we allen een soort van systemische antenne die geactiveerd kan worden.

Om een vraagstuk met een opstelling in beeld te brengen kan ook gewerkt worden met vloerankers, objecten en voorwerpen. In de ruimte, of op een tafel. Deze manier geeft evenveel inzicht en informatie. En heeft als voordeel dat dit ook in een 1 op 1 setting gebruikt kan worden en er geen representanten nodig zijn.

In een opstelling kunnen scenario’s en opties getest worden. Wat gebeurt er als je de ordening verandert? Wat neem je waar als er een element uit wordt gehaald? Wat zie je gebeuren als er een concept als bijvoorbeeld participatie of geld aan de opstelling wordt toegevoegd? Of als je iemand een andere plek geeft in het geheel? Met dergelijke interventies zie je wat het effect van deze bewegingen is voor het geheel. Dat kan de vraagsteller waardevolle informatie geven.

Systemisch duiden

Voor het goed kunnen duiden van dat wat er in de opstelling gebeurt, put ik uit het systemisch theoretisch gedachtegoed. Een aantal van de principes van het systemisch werk:

  • we proberen de wereld aan te nemen zoals deze op dat moment is, fenomenologisch waarnemen wordt dat genoemd. Meerzijdig partijdig, oordeelloos, kijkend vanuit het geheel naar de delen, neem je het vraagstuk en de betrokkenen waar.
  • hardnekkige en terugkerende vraagstukken worden gezien als oplossingen voor iets in het systeem.
  • Systemen hebben een aantal basisbehoeften: (1) heldere ordening en plek, (2) faire balans tussen geven en nemen (uitwisseling), (3) alles wat erbij hoort wordt gezien (insluiten), (4) erkenning van oorsprong, historie en toekomst. Als begeleider kijk je wat de opstelling toont op het gebied van deze basisbehoeften.

Mijn basisscholing heb ik gevolgd bij het Hellinger Instituut en bij Inge Land. Om mijn kennis en vaardigheid op peil te houden, volg ik regelmatig nog workshops en bijscholingen, en ben ik lid van twee intervisiegroepen met collega’s die ook vanuit het systemisch gedachtegoed werken.